An English Dutch Dictionary
 




page 12 of 186 for ""
het werkwoord 
het werkwoordthe verb   
asfalteren (asfalteerde, heb geasfalteerd)to asphalt  map  info 
assisteren (assisteerde, heb geassisteerd)to assist  map  info 
baden (baadde, heb gebaad)to bathe  map  info 
bakken (bakte, heb gebakken)to bake  map  info 
balanceren (balanceerde, heb gebalanceerd)to balance  map  info 
balken (balkte, heb gebalkt)to bray  map  info 
balsemen (balsemde, heb gebalsemd)to embalm  map  info 
bang maken (maakte bang, heb bang gemaakt)to scare  map  info 
barbecueën (barbecuede, heb gebarbecued)to barbecue  map  info 
 to barbeque  map  info 
baren (baarde, heb gebaard)to birth  map  info 
 to give birth  map  info 


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century