An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 13 of 13 for "
"
Previous
10
11
12
13
the part
>
the part of a product
the part of a product
het onderdeel van een product
the window
het raam (de ramen)
de ruit (de ruiten)
het venster (de vensters)
the windscreen
de voorruit (de voorruiten)
the windscreen wiper
de ruitenwisser (de ruitenwissers)
the windshield
de voorruit (de voorruiten)
the windshield wiper
de ruitenwisser (de ruitenwissers)
the wine cellar
de wijnkelder (de wijnkelders)
the wing
de vleugel (de vleugels)
het spatbord (de spatborden)
the wire spoke wheel
het draadspaakwiel (de draadspaakwielen)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century