An English Dutch Dictionary
 




page 14 of 186 for ""
the verb 
the verbhet werkwoord   
to attachbevestigen (bevestigde, heb bevestigd)  map  info 
 hechten (hechtte, heb gehecht)  map  info 
to attackaanvallen (viel aan, heb aangevallen)  map  info 
to attemptproberen (probeerde, heb geprobeerd)  map  info 
to attendbijwonen (woonde bij, heb bijgewoond)  map  info 
 opletten (lette op, heb opgelet)  map  info 
to attractaantrekken (trok aan, heb aangetrokken)  map  info 
 trekken (trok, heb getrokken)  map  info 
to attributetoeschrijven (schreef toe, heb toegeschreven)  map  info 
to availbaten (baatte, heb gebaat)  map  info 
 nut hebben (had nut, heb nut gehad)  map  info 
to avoidvermijden (vermeed, heb vermeden)  map  info 


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century