An English Dutch Dictionary
 




page 22 of 186 for ""
het werkwoord 
het werkwoordthe verb   
bestemmen (bestemde, heb bestemd)to destine  map  info 
bestijgen (besteeg, ben bestegen)to mount  map  info 
bestraten (bestraatte, heb bestraat)to pave  map  info 
bestrijden (bestreed, heb bestreden)to battle  map  info 
bestuderen (bestudeerde, heb bestudeerd)to peruse  map  info 
besturen (bestuurde, heb bestuurd)to control  map  info 
 to drive  map  info 
betalen (betaalde, heb betaald)to finance  map  info 
 to pay  map  info 
betekenen (betekende, heb betekend)to denote  map  info 
 to imply  map  info 
 to mean  map  info 


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century