An English Dutch Dictionary
 




page 26 of 186 for ""
het werkwoord 
het werkwoordthe verb   
bewerken (bewerkte, heb bewerkt)to edit  map  info 
 to effect  map  info 
bewijzen (bewees, heb bewezen)to prove  map  info 
bewonderen (bewonderde, heb bewonderd)to admire  map  info 
 to adore  map  info 
bewonen (bewoonde, heb bewoond)to occupy  map  info 
bezeren (bezeerde, heb bezeerd)to bruise  map  info 
 to contuse  map  info 
bezetten (bezette, heb bezet)to occupy  map  info 
bezitten (bezat, heb bezeten)to own  map  info 
 to possess  map  info 
bezoeken (bezocht, heb bezocht)to visit  map  info 


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century