An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 3 of 8 for "
"
Previous
1
2
3
4
5
6
7
8
Next
the part
>
the part of a product
>
the part of a building
the part of a building
het onderdeel van een gebouw
the counter
de toonbank (de toonbanken)
het aanrecht
the darkroom
de donkere kamer (de donkere kamers)
de doka (de doka's)
the dining room
de eetkamer (de eetkamers)
the dome
de koepel (de koepels)
het gewelf (de gewelven)
the door
de deur (de deuren)
the door handle
de deurkruk (de deurkrukken)
de deurklink (de deurklinken)
the doorbell
de deurbel (de deurbellen)
the doorknob
de deurknop (de deurknoppen)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century