An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 3 of 6 for "
"
Previous
1
2
3
4
5
6
Next
the part
>
the part of a product
>
the part of a vehicle
the part of a vehicle
het onderdeel van een voertuig
the hand brake
de handrem (de handremmen)
the handlebar
het fietsstuur (de fietssturen)
the headlight
de koplamp (de koplampen)
the hood
de motorkap (de motorkappen)
the hooter
de claxon (de claxons)
the hubcap
de wieldop (de wieldoppen)
the inner tube
de binnenband (de binnenbanden)
the jet engine
de straalmotor (de straalmotoren)
the keel
de kiel (de kielen)
the luggage rack
de bagagedrager (de bagagedragers)
the part of a airplane
het onderdeel van een vliegtuig
the part of a automobile
het onderdeel van een automobiel
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century