An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 5 of 8 for "
"
Previous
1
2
3
4
5
6
7
8
Next
the part
>
the part of a product
>
the part of a building
the part of a building
het onderdeel van een gebouw
the garret
de zolderkamer (de zolderkamers)
the garret window
het dakraam (de dakramen)
the gutter
de dakgoot (de dakgoten)
the hatch
het luik (de luiken)
the kitchen
de keuken (de keukens)
the lavatory
het toilet (de toiletten)
de wc (de wc's)
the living room
de woonkamer (de woonkamers)
de huiskamer (de huiskamers)
the operating room
de operatiekamer (de operatiekamers)
the pantry
de pantry (de pantry's)
de voorraadkamer (de voorraadkamers)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century