An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 6 of 8 for "
"
Previous
1
2
3
4
5
6
7
8
Next
the part
>
the part of a product
>
the part of a building
the part of a building
het onderdeel van een gebouw
the part of a building
het onderdeel van een gebouw
the pillar
de pijler (de pijlers)
de zuil (de zuilen)
de pilaar (de pilaren)
the roof
het dak (de daken)
the roof-tile
de dakpan (de dakpannen)
the roofing
de dakbedekking
the room
de kamer (de kamers)
the shower
de douche (de douches)
the sink
de wastafel (de wastafels)
de gootsteen (de gootstenen)
the staircase
het trappenhuis (de trappenhuizen)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century