An English Dutch Dictionary
 




page 7 of 186 for ""
the verb 
the verbhet werkwoord   
to affectbeïnvloeden (beïnvloedde, heb beïnvloed)  map  info 
to affirmbevestigen (bevestigde, heb bevestigd)  map  info 
to affordzich kunnen veroorloven (kon me veroorloven, heb me kunnen veroorloven)  map  info 
to ageouder worden (werd ouder, ben ouder geworden)  map  info 
to agreeafspreken (sprak af, heb afgesproken)  map  info 
to agree withhet eens zijn met (was het eens met, ben het eens geweest met)  map  info 
to aimrichten (richtte, heb gericht)  map  info 
to airverluchten (verluchtte, heb verlucht)  map  info 
 ventileren (ventileerde, heb geventileerd)  map  info 
 uitzenden (zond uit, heb uitgezonden)  map  info 
 luchten (luchtte, heb gelucht)  map  info 
to alarmalarmeren (alarmeerde, heb gealarmeerd)  map  info 


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century