An English Dutch Dictionary
 




page 2 of 2 for "at"
 
EnglishDutch   
the couple waved at ushet paar zwaaide naar ons   
 het echtpaar zwaaide naar ons   
to stay at someone's houselogeren (logeerde, heb gelogeerd)  map  info 
Monday at ten o'clock suits memaandag om tien uur schikt me   
 maandag om tien uur schikt me wel   
this hotel offers a suite at 80 euros a nightdit hotel biedt een suite aan voor 80 euro per nacht   


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century