An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 6 of 168 for "
het
"
Previous
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Next
Dutch
English
het achtervoegsel (de achtervoegsels)
the suffix
het adres (de adressen)
the address
het advies (de adviezen)
the advice
the hint
het afrikaantje (de afrikaantjes)
the marigold
het afspraakje (de afspraakjes)
the date
het aftellen
the countdown
het aftreden
the abdication
het aftreksel (de aftreksels)
the extract
het afval
the garbage
the trash
het afwaswater
the dishwater
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century