An English Dutch Dictionary
 




page 1 of 1 for "him"
   
 
EnglishDutch   
himhem  map  info 
himselfzich  map  info 
 zichzelf  map  info 
she married him three years agoze is drie jaar geleden met hem getrouwd   
the chimney de schoorsteen (de schoorstenen) img  map  info 
the chimpanzee de chimpansee (de chimpansees) img  map  info 
the thimble de vingerhoed (de vingerhoeden) img  map  info 
we chanced to meet him in the furniture storewe hebben hem toevallig in de meubelzaak ontmoet   



him

Dutchhem
 
Englishhim
categories voornaamwoord  voorzetsel, voegwoord, lidwoord, voornaamwoord of getal 
 

show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century