Cursus Nederlands » Andere onderwerpen » Spelling en leestekens

Spelling en leestekens

Hoofdletters

Hoofdletters worden gebruikt in:

het eerste woord van een zin. De eerste letter daarvan is een hoofdletter
De tafel is van hout.
het eerste woord van een citaat (dat zelf deel uitmaakt van een zin).
Hij zei: ‘Dag.’
namen van personen. Gebruik geen lidwoord (de, het, een) voor een naam.
Peter Visser, meneer Visser
mevrouw Van Dijk, meneer Van Dijk, Wim van Dijk
namen van bedrijven en merken
Boeing, 3M, Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
titel(s) van de schepper. Gebruik geen lidwoord (de).
God
titel(s) van koningen, koninginnen, enz.
Hare Majesteit, Uwe Koninklijke Hoogheid
geografische namen. Gebruik een lidwoord voor bergen en meren.
Den Haag, New York, Afrika, de Mount Everest, het IJsselmeer
(sommige) afkortingen
KLM, NL
het eerste woord van de titel van een document
Italiaanse recepten voor vier personen

Hoofdletters worden niet gebruikt in:

namen van weekdagen
zondag, maandag
namen van maanden
november, december
merken of namen van dingen afgeleid van een persoonsnaam
jerrycan, spa, saxofoon
(sommige) afkortingen
m.a.w. , zondag jl. , enz. , km , tl-buis

Deze afkortingen betekenen: met andere woorden, zondag jongstleden (afgelopen zondag), enzovoort, kilometer, tube luminescent-buis

Getallen

De punt (.) en de komma (,) worden in het Nederlands in getallen gebruikt.
Breuken worden aan de rechterkant van de komma geschreven.
Het gewicht is 0,34 gram.
Het gewicht is 760,34 gram.

Grote getallen worden in stukken van drie cijfers verdeeld, gescheiden door punten. Als een getal niet groot is, is zo’n punt niet nodig.
Dat schip kost 1.000.000 euro.
Ik heb 6.000 bestanden op mijn harde schijf gezet.
Ik heb 6000 bestanden op mijn harde schijf gezet.

Punctuatie binnen een zin

Het einde van een zin wordt met een punt of een ander leesteken aangegeven. Als de zin niet volledig is wordt het teken weggelaten, zoals bijvoorbeeld bij de titel van dit hoofdstuk. We gebruiken een punt (.), een vraagteken (?) of een uitroepteken (!).
Ik kom.
Kom je?
Kom!

Een punt wordt ook in afkortingen gebruikt.
Ik zag ganzen, eenden, fazanten, enz.
Dat is goed, m.a.w. ik betaal wel.

De puntkomma (;) kan in plaats van een punt gebruikt worden om het einde van de zin aan te geven. In dat geval worden twee zinnen aan elkaar verbonden. Het wordt niet veel gebruikt.
Het is geen hard geluid; niemand hoort het.

De dubbele punt (:) wordt gebruikt om een opsomming te beginnen
Ik noem er vier: die, deze, dat en dit.
Een dubbele punt kan een citaat beginnen.
Hij zei: ‘Toch bedankt.’

De komma (,) wordt gebruikt om de zin in stukken te verdelen. De bijzin begint na de komma.
Ik ben te laat, omdat het glad is op straat.
De komma (,) wordt tussen bijvoeglijke naamwoorden gezet, als die samen op dezelfde persoon of ding betrekking hebben.
De lange, lawaaierige trein.
De komma staat aan het eind van een citaat, als de zin na het citaat verder gaat.
‘Dat weet ik niet,’ zei ze.

Aanhalingstekens (‘ en ’) worden gebruikt om te citeren. De dubbele aanhalingstekens (“ en ”) worden ook gebruikt.
‘Mag ik u iets vragen?’ zei hij. ‘Waar is de bushalte?’
‘Dat weet ik niet,’ zei ze.
Hij zei tegen haar: ‘Toch bedankt.’
Aanhalingstekens worden ook gebruikt om aan te geven dat de schrijver het niet eens is met een bepaald woord of zinsdeel, dat hij daarom tussen aanhalingstekens zet.
Dat is ‘slim’.

Titels van boeken, films, artikelen, toneelstukken, enz. worden vaak cursief gedrukt.
Dat boek heet Rivieren in Nederland.

Haakjes worden ook wel gebruikt. Meestal is het beter om komma’s te gebruiken.
Alle deelnemers (voor zover aanwezig) krijgen een landkaart.
Streepjes worden niet vaak in plaats van haakjes gebruikt.
Vorig jaar heb ik - meer dan ooit - gemerkt hoe belangrijk dat is.

Een beletselteken (drie punten achter elkaar) wordt gebruikt om aan te geven dat een zin niet volledig is, bijvoorbeeld omdat de spreker in de reden gevallen wordt of pauzeert. In de volgende dialoog wordt de eerste spreker in de reden gevallen door de tweede.
‘Wat ik graag zou willen is een...’ zei ze.
‘Een verse salade?’ vroeg hij.

Vierkante haken kun je gebruiken als je een stuk van een citaat weglaat. Schrijf dan [...] om het weggelaten deel te vervangen.
Volgens hem waren er [...] Nederlanders aanwezig.
De volledige zin is:
Volgens hem waren er Duitsers, Denen en Nederlanders aanwezig.

Punctuatie binnen een woord

Een woord kan een koppelteken (-) bevatten. Dat streepje wordt gebruikt om te voorkomen dat twee klinkers worden uitgesproken alsof het één klinker is. Het komt voorin samengestelde woorden.
auto-ongeluk
zee-egel
micro-organisme

Een koppelteken (-) kan worden gebruikt als een deel van een samengesteld woord wordt weggelaten om de zin korter te maken. Dat kan alleen als het andere samengestelde woord nog wel compleet is.
de linker- en rechterkant

Een trema wordt op de eerste letter van een lettergreep gezet om te voorkomen dat twee klinkers worden uitgesproken alsof er maar één lettergreep is.
calorieën

Een woord kan een apostrof (’) bevatten, zoals woorden in het meervoud die eindigen op a, i, o, u, of y.
satellietfoto’s

Een apostrof (’) kan aangeven dat een aantal letters zijn weggelaten. De woorden waarvan ze zijn afgeleid bestaan niet meer in de volgende gevallen. Het woord d’r komt alleen in spreektaal voor. Het gebruikelijke alternatief is haar.
d’r jas
’s morgens
’s middags
’s avonds

Maar soms bestaat het onafgekorte woord nog wel en is het belangrijker dan de afkorting. De afkortingen die hier genoemd worden komen in spreektaal voor.
’t huis, het huis
m’n schoenen, mijn schoenen
z’n zoon, zijn zoon

naar boven